Over den duur der kunstmatige pneumothorax-behandeling van de longtuberculose
DOOR SOEKIMAN,
Djokja.
Lihat terjemahan.
[] Pagina 2895
De behandeling van de long-t.b.c,
met kunstmatige pneumo-thorax heeft in de laatste jaren een heel sterke
verbreiding onder-gaan. In vele landen wordt de
conservatieve therapie, die hoofdzake-lijk bestaat uit lichamelijke rust en het
z.g. hygiënisch-dieetetisch regiem, langzamerhand door de
actieve chirurgische collapsbehan-deling en in het bijzonder de therapeutische
pneumothorax op den achtergrond geschoven. Vooral is dit
het geval in landen, waar de economische en sociale
omstandigheden der bevolking een lang-durig verblijf in sanatoria en
t.b.c.-ziekenhuizen en een langdurige onttrekking aan
haar dagelijksch beroep en broodwinning heel moeilijk
gedoogen.
De geleidelijke verbreiding der
ambulante pneu, welks aantal aanhangers onder de onderzoekers nu
naar de schatting van SANDOR PupeERr zesmaal zooveel bedraagt als
dat der tegenstanders en van welke voorstanders o.a. zijn te
noemen: MYERS, GARDI, Liu, SHAW, BERNARD, KOGAN en ten onzent: VAN
BOMMEL, WISSE, VAN JOOST, PANETH, enz., het zichtbare streven
al dan niet onder den drang der omstandigheden, om de
stationnaire pneubehandeling te be-korten en haar zoo spoedig mogelijk door de
ambulante te doen vervangen, niet alleen, maar ook den
pneudrager geleidelijk weer aan arbeid te wennen en ten slotte
het in handen van den medicus-practicus willen geven van het
pneumothoraxapparaat door den enthousiasten pneumothoraxtherapeut
ALFRED FISCHER, dit alles wijst op een verschuiving in
bovengenoemde richting.
Gusrav BAER zegt in een bespreking
van zijn ervaringen met de ambulante pneubehandeling
hieromtrent het volgende:
„Ich habe jedenfalls die Beobachtung
gemacht, dasz Arbeit, die der jeweiligen Leistungsfähigkeit des
Pneumothoraxpatienten genau angepastzt ist,
ausgezeichnet vertragen wird. Damit befinde ich mich durchaus im Einklang
mit der modernen Auffassung über die Heilwirkung der Berufs-arbeit bei der
Tuberkulose.
[] Pagina 2896
Wir sehen an jedem einzelnen, bei dem mit
guten Erfolg die Arbeits-therapie durchgeführt wird, die Wahrheit des Zitates
sich erweisen, dasz sich der Geist den Körper formt, und dies gilt in ganz
besonderem Grade bei der Tuberkulose. Ich habe schon vor Jahren den Satz aufgestellt,
dasz der Weg zur Heilung der Tuberculose nur über die Arbeit führt, und ich
habe immer wieder von neuem Gelegenheit zu sehen, dasz der Satz zu Recht
besteht. Von meinen ambulanten Pneumothoraxpatienten stehen 60% in
Berufsarbeit, darunter auch Fätlle mit Doppelpneumothorax”.
Tegen deze tendens in de ontwikkeling der
phthisistherapie, die aan het oude fundamentele principe der
t.b.c.-behandeling, di. De algemeene therapie van den zieken mensch, zoo weinig
recht laat wedervaren en daarentegen de mechanische orgaanbehandeling te veel
op den voorgrond stelt, meent SCHRÖDER zijn stem te moeten verheffen. Hij vindt
het een open vraag, of men deze ontwikkeling der t.b.c.-therapie een
vooruitgang mag noemen. „Ich glaube, das Gegenteil ist richtiger”, zegt hij.
Welk standpunt men te dezer zake ook moge
innemen, het feit der sterke populariseering der kunstmatige
pneumothoraxbehan-deling, ook voor deze landen, blijft bestaan en het valt niet
te ont-kennen, dat men in haar een hoofdwapen heeft gevonden tegen de open
long-t.b.c.
Er is sedert de algemeene erkenning der
kunstm. pn. beh. als een groote aanwinst voor de phthisistherapie op het
internationale tuberculosecongres te Rome in 1912 een kwart-eeuw
voorbijge-gaan. Vele problemen, die in het begin van haar toepassing zich
voordeden, zijn grootendeels opgelost. Daartoe zijn te rekenen o.a:
1. De strijd om den voorrang tusschen de
„snedemethode” van BRAUER en de „steekmethode’”” van FORLANINI-SAUGMAN, welke
strijd door de praktijk in het voordeel der laatste is beslecht, Vrijwel een
ieder, die zich met de pneubehandeling bezighoudt, geeft de voorkeur aan de
eenvoudigere steekmethode.
2. Verder de kwestie van den aan te wenden
druk.
Werd in den aanvang onder aanvoering van
FORLANINI de over-druk- of de compressiepneumothorax vrijwel algemeen
toegepast, sedert Ascot (1912) en PARRY MORGAN (1913) hebben aange-toond, dat
tot het bereiken van een therapeutische werking der pneumothorax compressie der
longen niet absoluut noodig is, maar dat een ontspanning in een min of meerdere
graad zelfs betere resultaten geeft, is het principe der overdruk-(compressie-)
pneu meer en meer verlaten, en het negatieve druk-beginsel (ontspan-ningspneu)
heeft geleidelijk algemeene ingang gevonden.
[] Pagina 2897
Afgezien van het vermijden van complicaties,
zooals verdringing van de mediastinale organen (cor, groote vaten, luchtpijp)
met het gevaar op circulatiestoornissen, het bruuske breken van pleurale
strengen met eventueel longperforatie, heeft het werken met ne-gatieve druk bij
de k. pn. beh. onder meer dit voordeel, dat men vaak op het Röntgenscherm en op
de X foto het verschijnsel der selec-tieve collaps kan waarnemen, d.i. een vorm
van pneumothorax, waarbij de gezonde longdeelen nog aan de ademhalingsbeweging
meedoen, terwijl de zieke gedeelten geheel gecollabeerd zijn.
Het principe en doel der
pneumothoraxbehandeling is immers: het gezonde longweefsel zooveel mogelijk
ongestoord te laten en slechts de zieke longhaarden tot genezing te brengen
door ze te laten rusten,
Is de overdruk- (compressie-) pneu nog
denkbaar, zelfs nu en dan noodzakelijk, — bv. bij een eenzijdig fibreus proces
met dik-wandige, centraal gelegen „Spät-Kavernen”, (BAER heeft in zijn
bovengenoemd artikel enkele gevallen, waarbij positieve druk noo-dig was, zeer
instructief beschreven) —, bij kinderen met een nog zwak of fladderend
mediastinum en bij de dubbelzijdige pneu-behandeling is het arbeiden met
negatieve drukwaarden om re-denen, die in verband staan met de vitale
capaciteit, die beneden een zekere grens niet mag gaan om het leven van den
patiënt niet in gevaar te brengen, over het algemeen conditio sine qua non.
Volgens GUSTAV LIEBERMEISTER und AFrED ScHoop is „für die Dosierung des
doppelseitigen Pneumothorax die Bestimmung der Vitalkapasität von ausslaggebender
Wichtigkeit”.
Zoowel bij de eenzijdige als bij de
dubbelzijdige pneumothorax-behandeling heeft men te streven naar een graad van
longcollaps, die opfimaal werkt en dit is in den regel bij de
ontspannings-pneumothorax het geval.
3. Ik zou verder tot de praktisch opgeloste
problemen kunnen rekenen de kwestie van de keuze van het gas, dat men in de
pleura-holte laat instroomen: Os, N, CO», atmosferische lucht en nog enkele
andere gassoorten.
Door de onderzoekingen van Grass is gebleken,
dat de pneu-mothoraxlucht na korten tijd door gaswisseling zich aan de
par-tieele spanning in de alveolairlucht aanpast (nl. 90% N, 4% Oz en 6% CO»),
zoodat langzamerhand het gebruik van atmosferische lucht om praktische redenen
regel wordt. Wie echter zou meenen, dat deze behandelingsmethode nu technisch
volmaakt zou zijn, Gen, Tijdschr. Afl. 47 5 toont weinig inzicht te hebben in
de vele moeilijkheden, die aan haar doorvoering verbonden zijn.
[] Pagina 2898
Tot de meest omstreden kwesties op het gebied
der pn.beh. be-hoort zeker die over den duur. De acten over den duur van het
onderhouden van de k. pn. zijn nog niet gesloten en het laatste woord hierover
zal m.i. nooit kunnen worden uitgesproken.
De pioniers van deze behandelingsmethode,
zooals FORLANINI, SAUGMAN, DUMAREST, e.a. wilden in de beginperiode van hare
toe-passing de pneu heel lang, soms het geheele leven onderhouden.
Dit behoeft ons niet te verwonderen. Veel
ervaring had men nog niet. Van een methode van behandeling kon toen nauwelijks
ge-sproken worden, indien men bedenkt, dat het daarbij meer een zoeken en
tasten dan een systematisch werken was,
De Röntgenologie stond destijds nog niet op
het hooge ont-wikkelingspeil, waarop zij nu staat. Men kan zich tegenwoordig
geen longonderzoek en vooral geen pneumothoraxbehandeling voorstellen zonder
behulp der X-stralen.
ALEXANDER en BURREL achten longdiagnostiek en
pneutherapie ondenkbaar zonder lichtscherm en film. Bovendien gold toen nog de
klassieke indicatie van FoRLANIN: voor het volle pond. Slechts op het beperkte gebied
der eenzijdige caverneuze phthisis en wel die der ver-gevorderde gevallen, die
vroeger zelfs door de sanatoria werden geweigerd, vond de
pneumothorax-behandeling toepassing.
Volgens CARDIS en MATTEL zou 75% van deze oude
ver-voortge-schreden phthisis slechts een onvolkomen of incomplete pneu
toe-laten vanwege de aanwezigheid van pleurale vergroeiïngen. Wij weten, dat
adhaesies van de pleura visceralis en parietalis op de een of andere wijze het
genezingsproces belemmeren of vertragen, al naar gelang van de uitgebreidheid
der vergroeiingen. Men kende toen nog niet de zegeningen van de JACOBAEUS, de
strengdoor-branding.
Volgens de statistieken van GRAVESSEN en
UNVERRICHT is het ver-schil in genezingskans van een ziektehaard bij een
volkomen en bij incomplete pneu, resp. 36,9% en 40,3%. Daarentegen zijn de
reci-dieven naar de onderzoekingen van VERAN hebben uitgewezen 95% bij een
onvolkomen en slechts 5% bij een totale pneu.
Om nu de kansen op een therapeutisch resultaat
bij dergelijke, vroeger als verloren geachte gevallen eenigszins te verbeteren,
was men destijds genoodzaakt de pneu zeer lang, ja, soms zelfs voor onbepaalden
duur te onderhouden.
[] Pagina 2899
Gaan wij nu na, welken tijdsduur verschillende
onderzoekers voor de pneubehandeling voorstaan, dan blijkt het volgende:
SAUGMAN beschouwt het onderbreken van de
pneubehandeling als een maatregel met zooveel risico, dat hij in chronische
gevallen de pneu gedurende 6 jaar onderhoudt.
RisT beveelt aan de insufflaties voort te
zetten gedurende een periode, die niet beneden de 3 jaar mag zijn.
STAEHELIN stelt den duur bij betrekkelijk
versche gevallen met geringe veranderingen en bij regelmatige doorvoering van
de be-handeling op minstens 2 jaar.
ALEXANDER-BAER en FiSHBERG willen de pneu
gedurende min-stens 2 à 3 jaar onderhouden, terwijl ALEXANDER voor uitgebreide
t.b.c. een periode van 3 à 4 jaar wil reserveeren,
BurrEL onderhoudt de collaps gedurende 3 volle
jaren en laat de long zich daarna weer geleidelijk ontplooien. Maar om
adhaesies te voorkomen, geeft hij zoo nu en dan nog een navulling.
UNVERRICHT wil de pneu vroegtijdig aangelegd
hebben en den duur op minstens 2 jaar bepalen.
Dat er van een absolute overeenstemming nog
geen sprake is in de bepaling van den duur der kunstmatige pneumothoraxbe-handeling,
blijkt nog duidelijker uit het feit, dat een groep van onderzoekers in sommige
versche gevallen voor de kortdurende behandeling is (PARTEARROY, KLINKE, SALIM,
NUEBERGER, FOR-LANINI).
De duur varieert bij deze heeren van 4 maanden
tot 13 maanden.
Niet onvermeld mag worden het standpunt van
een groep van onderzoekers, die het onderbreken van de pneu-behandeling
afhan-kelijk stelt van het verdwijnen van de Koch'sche bacillen uit het sputum.
BRAUER wil pas na een periode van 6 tot 12
maanden negatieve sputum-bevinding, de pneubehandeling beëindigen.
FEINSCHMIDT wil dit pas na 3 jaar doen,
terwijl MAyer deze ter-mijn op 1 jaar wil stellen.
VERAN legt ook den nadruk op den invloed van
den duur der pn.-beh., na het a-bacillair worden van het sputum. Hij acht den
geheelen duur van de behandeling, vanaf den aanleg zonder echter op de
sputum-bevinding te letten, van secundair belang.
Deze verscheidenheid in de opvattingen omtrent
de tijdsbepa-ling van het staken der pn.beh., is te verklaren uit „verschil in
persoonlijke ervaring der afzonderlijke onderzoekers en door de verscheidenheid
van hun ziekenmateriaal’”', zegt MAENDL.
[] Pagina 2900
FIsHBERG zegt hieromtrent: „In aanmerking
nemende de buiten-gewoon gevarieerde klinische manifestaties van de
longtuberculose, de onbestendigheid der pathologische veranderingen in de long
en het verschil in de constitutioneele reactie tegenover de infectie, is het
duidelijk, dat een algemeen geldende regel, of zelfs die slechts voor het
grootste deel der gevallen van toepassing is, niet is te geven”’,
Elk schematiseeren is op dit gebied op grond
hiervan uit den booze. Elk afzonderlijk geval moet streng individueel worden
be-oordeeld.
Volgens BAER zijn de pathologisch-anatomische
veranderingen, die de indicatie tot de pneu-aanleg hebben gegeven, ook voor de
beoordeeling der behandelingsduur van overwegende invloed, Hoe uitgebreider en
actiever de afwijkingen, des te langer moet de pneu worden onderhouden. Hoe
minder gunstig de mechanische voor-waarden voor een ideale collaps zijn
(pleurale vergroeïïng, exsu-daat), hoe langer de behandeling moet worden
voortgezet om een even goed resultaat te bereiken.
Verder wil BAER een langere duur voor de
ambulante pneu, vooral voor die, welker drager in zijn actieve beroep staat,
dan voor de stationnaire pneu.
De „Spät-Kaverne’”’, vooral in de hooge
ouderdom en de pu-berteitsphthisis dienen eveneens langer te worden behandeld.
Wanneer men dit alles overweegt en verder
toevoegt het ver-schil in opvatting betreffende het begrip genezing, dat bij
en-kele onderzoekers bestaat (anatomische, bacteriologische, klini-sche), moet
men tot de conclusie komen, dat een nauwkeurige tijdsbepaling van den
noodzakelijken duur der k.pn.beh., die alge-meene geldigheid heeft, wel tot de
vrome wenschen zal blijven be-hooren.
Toch hebben talrijke ervaringen, in
verschillende landen opge-daan, geleerd, dat een te kort durende collaps der
long geen blijvende genezing waarborgt,
In het algemeen zijn de meeste onderzoekers
het er over eens, dat de minimumduur van de k.pn.beh. niet minder dan 2 jaar
mag zijn.
Voor Indië, waar het verloop der
longtuberculose volgens de meening van HEINEMANN, DE LANGEN, SIEGENBEEK VAN
HEUKELOM
[] Pagina 2901
(persoonlijke mededeeling) nog vaak verschilt
van het klinische beeld der chronische long-phthisis in Europa en niet zelden
een acuut karakter draagt, dient de pn.beh. bij aanwezige indicatie vroegtijdig
aangelegd en haar duur eerder verlengd dan verkort te worden.
Literatuur.
SáNDOR PUDER: Die Statistik der künstlichen
Pneumothoraxbehandlung in Ungarn und die Schaffung einer Landesorganisation für
die Nach-füllungen. (Z. Tok. Band 77, Heft 5-6, blz. 324, 1937).
MYers, J. ARTHUR: Collapse therapy and the
ambulatory patient. J. thorac. Surg. 3, 175-197 (1023).
Liu, T‚ C: Limitations of artificial
pneumothorax treatment under Chi-nese Conditions. Chin. med. J. 48, 249-252,
1934,
SHAW, CEDRIC: The value of artificial
pneumothorax in pulmonary tuber-culosis. Quart. J. Med. N.s. 2, 179-200 (1933).
BERNARD, ADOLPHE: Le pneumothorax
thérapeutique „ambulatoire”. Paris: G. Doin et Cie. 1932,
KOGAN, LEON: Ambulante Pneumothoraxbehandlung
bei der einseitigen Lungentuberculose. Z. Tbk. 57, 173-176 (1936).
VAN BOMMEL, L. B: Ambulante behandeling der
tuberculose, in het bij-zonder met den kunstmatigen pneumothorax. (Eerste Ned.
Ind. Tuber-culose-Congres te Malang, 23-25 Juli 1936).
WISSE, v. JOOST, PANETH: Vide discussie.
(Eerste Ned. Ind. Tuberculose-Congres te Malang 23-25 Juli 1936).
FISCHER, ALFRED: Pneumothoraxtherapie in der
täglichen Praxis. Weid-mann & Co., Wien-Leipzig-Bern (1935).
GusTAv BAER: Beiträge zur ambulanten
Pneumothoraxbehandlung. Dtsch. Tbk. bl. 10 Jahrg., Heft 10, 11, 12 (1936).
GEORG, SCHRÖDER: Grundsätzliches zur
spezifischen und unspezifischen Reiztherapie, zur chemo- und pharmakotherapie
der Tuberkulose. Ergebn. d. ges. Tbk. forsch. Bd. IV, 87 (1932).
C. FORLANINI: Die Indikationen und die Technik
des künstlichen Pneu-mothorax bei der Behandlung der Lungenschwindsucht. Ther.
Gegenw. 49, 1908.
AscoLt: Deutsch. med. Woch. schr. 38, 1782
(1912).
PARRY MORGAN: Lancet, 2, 18 (1913).
Dr. GUSTAV LIEBERMEISTER u. Dr. ALFRED ScHoop:
Der kunstliche dop-pelseitige Pneumothorax bei der Behandlung der
Lungenphthise. Ergebn. d. ges. Tbk. forsch. Bd. II, 315 (1931).
Grass: cit. bij ULrici, H.: Diagnostik und
Therapie der Lungen- und Kehlkopftuberkulose, 2 Aufl. 283 (1933) v. Jul.
Springer, Berlin.
ALEXANDER, H.: „Der künstliche Pneumothorax”.
Jul, Springer, Berlin 1931.
BURRELL, L. S, T.: Artificial pneumothorax,
William Heinemann, p. 153, 1932,
[] Pagina 2902
F. CARDIS et J. MATTE: Remarques sur les
relations existant entre cavernes et adhérences au cours du pneumothorax
artificial. Revue de la Tub, Mai 537-543 (1930).
GRAVESEN, J.: Surgical aid in the management
of pulmonary tubercu-losis. J. State Med, 38, 333-34- (1930).
UNVvERRICHT:; Die Thorakokaustik bei
Lungentuberkulose. Rückblick auf 20 jährige Beobachtungen. Münch. med. Wschr.
1935, 1. 470-472,
VERAN, P.: La cessation du Pneumothorax
artificiel. Ses indications, Y'avenir des malades. G, Doin & Cie, Paris
1932.
SAUGMAN: Citaat bij FISHBERG, 545-546.
Rist, E.: „Le Pneumothorax Therapeutique”’.
Thérapeutique Medicale IV. (Poumons et Tuberculose, Masion et Cie. Edit. Paris
1932, 235-250).
Rist, E.: Quand faut-il interrompre le
pneumothorax therapeutique. Rev. de la Tub. 3e série t. XI, No. 8 Octobre 1930.
STAEHELIN, R.: Die Erkrankungen der Trachea,
der Bronchien, der Lungen und der Pleuren, in „Handbuch der Inneren Medizin”
(G. v. Bergmann u. R, Staehelin). Zweiter Band (Zweiter Teil) 1663, 1930.
ALEXANDER-BAER: Praktisches Lehrbuch der
Tuberkulose. Johann Am-brosius Barth, Leipzig 1931,
FISHBERG, MAURICE: „Pulmonary Tuberculosis”,
4e Edit. vol. II, 545. Lea en Febiger, Philadelphia 1932.
UNVERRICHT: _Fortschritte auf dem Gebiete der
Lungenkollaps-Therapie. Fortschr. Med. 665-671, 1934.
PARTEARROY, F. R. DE: Kurzdauernder
Pneumothorax in der Behand-lung der Lungentuberkulose (Spaansch) citaat bij
Zentr. bl. f. d. ges. Tbk. Forsch. 38 (1934).
KLINKE, K.: Behandlung tuberkulöser
Primärinfiltrationen mit kurzíris-tigen Pneumothorax. Z. Tbk. 67, 173-179
(1933).
SALIM TEvFiK: Ein Fall von raschausgeheilten
Frühkaverne. Beitr. Klin. Tbk. 84, 388-389 (1934).
NEUBURGER, O.: Erfolge der Pneumothorax
Behandlung bei Handarbeit-ern. Z. Tbk. 57, 232-240 (1930).
BRAUER und SPENGLER: in BRAUER, L., SCHRÖDER,
G., BLUMENFELD, F.: Handbuch der Tuberkulose, Bd. Il 3 aufl. S. 459, 1923.
FEINSCHMIDT, 1: Die Kollapstherapie der
Lungentuberkulose (Russisch) citaat bij Zentr. bl. f. d. ges. Tbk. Forsch. 34,
1934.
MAENDL, H.: Die Kollapstherapie der
Lungentuberkulose. Jul. Spr. Wien 154, 1927.
HEINEMANN, H.: Zur Diagnostik der Tuberkulose
in Tropischen Lande. Z. Tbk. 40, 325 (1924).
C. D. DE LANGEN en A. LICHTENSTEIN: Leerboek
der Tropische Genees-kunde, 2e druk 1928 (572-577).
Comments
Post a Comment